De gemiddelde inkomens in de land- en tuinbouw stijgen dit jaar met € 6.000 naar € 57.000 verwacht Wageningen Economic Research. Voor de fruitsector wordt het gemiddelde inkomen per oaje (onbetaalde arbeidsjaareenheid) geraamd op € 36.000; eveneens een stijging van € 6.000 ten opzichte van 2018, toen de inkomens bleven steken op € 30.000 gemiddeld. WER baseert zich hierbij op de positievere prijsverwachting vanwege de kleinere Europese appel- en perenoogst.

De naar buiten gebrachte inkomensvoorspellingen zijn met nadruk een raming. De berekening is gebaseerd op de afzet van fruit dat geteeld is in het huidige productiejaar, terwijl het afzetseizoen nog lang niet afgelopen is. WER verwacht dat er vanwege de lagere Europese hardfruitproductie in de tweede helft van het afzetseizoen ruimte is voor Nederlands hardfruit. De appelprijs voor het afzetseizoen 2019-2020 wordt 5% hoger geraamd dan een jaar eerder. Voor peren wordt een 10% hogere prijs geraamd. Ook voor het kleinfruit zijn de verwachtingen voor oogstjaar 2019 positiever dan het jaar ervoor. De gemiddelde opbrengsten worden hierdoor 6% hoger geraamd dan in 2018.

Naast de opbrengsten uit de verkoop van fruit ontvingen de fruittelers in 2018 ruim 40.000 euro voor werk voor derden, waaronder het sorteren, verpakken en koelen van product voor anderen. Verder bedroeg de waardevermeerdering van de plantopstanden (aanwas) in 2018 bijna 20.000 euro. Geraamd is dat voor 2019 deze bedragen niet sterk zullen afwijken. Betaalrechten en andere subsidies zijn gemiddeld genomen van beperkt belang voor de totale opbrengsten op fruitbedrijven.

Naast de inkomensstijging stijgen ook de prijzen van productiemiddelen. Gemiddeld wordt over 2019 een toename van kosten van 3% geraamd. In onderstaande grafiek is te zien dat de toegerekende kosten – kosten die gemaakt worden voor de teelt, zoals gewasbescherming en bemesting – een aandeel hebben van circa 30% in de totale kosten en afschrijvingen. De betaalde arbeidskosten, voornamelijk voor de oogst, vormen de grootste kostenpost (aandeel van circa 33%).

Overigens is er onder fruitteeltbedrijven een grote spreiding in inkomen. Telers die hun hardfruit aan het begin van het seizoen hebben verkocht, zullen minder profiteren van de hogere prijzen. Ook telers die niet kunnen beregenen zullen dit terugzien in hun inkomen.

Kijk op agrimatie.nl voor meer informatie over de geraamde fruitteeltinkomens.

CBS-cijfers
Tegelijk met de inkomensraming van Wageningen Economic Research presenteert het CBS de marco-economische cijfers van de land- en tuinbouw.
Het inkomensbegrip in de landbouwrekeningen van het CBS wijkt iets af van het begrip in de agrarische sectorraming waarvan Wageningen Economic Research de resultaten gelijktijdig publiceert. De landbouwrekeningen van het CBS geven bijvoorbeeld uitkomsten op basis van een kalenderjaar, terwijl de sectorraming het oogstjaar als uitgangspunt heeft.

Klik hier voor de CBS-cijfers.

Dit bericht is geplaatst op dinsdag 17 december 2019 - 21:30