
De bessenbladwesp (Nematus ribesii) vormt een aanhoudende uitdaging voor telers van rode bessen en kruisbessen. De vraatzuchtige larven – ook wel bastaardrupsen genoemd – kunnen in korte tijd het volledige blad van een struik opeten. Dit verzwakt de plant behoorlijk en kan leiden tot aanzienlijke opbrengstverliezen.
Om een milieuvriendelijke en in de toekomst mogelijk doeltreffende beheersingsmethode te ontwikkelen is door Vlamings in maart een proef gestart met vangbanden en lokstoffen. De opzet van de proef is geïnspireerd op een project van pcfruit in 2024, waarin al geëxperimenteerd werd met biologische beheersstrategieën voor de bessenbladwesp (zie link).
Voorlopige resultaten tonen effectiviteit van monitoring met gecombineerde aanpak
De eerste resultaten wijzen erop dat intensieve monitoring met plaklinten en feromoonvallen de druk van de bessenbladwesp aanzienlijk kan verminderen, vertelt Koen Berden van Vlamings. Er is ook getest met alleen vangplaten, waarbij afwisselend een vangplaat met en zonder lokstof is opgehangen. Tot op heden laten de vangplaten met lokstof grotere vangsten zien dan alleen een vangplaat (zie afbeeldingen hieronder). Aanvullend zal bijna altijd ook gespoten moeten worden, verwacht Berden. Dat kan bij het uitkomen van de eieren met bijvoorbeeld Neudosan; een biologisch middel dat geen residu geeft. Met de verbeterde vangstmethoden kan deze bespuiting beter getimed worden.
Vlamings zal de proef dit jaar verder voortzetten. Naar verwachting zal de grootste afname in populatie en bladschade worden behaald bij een gecombineerde aanpak met inzet van zowel vangbanden als de deltavallen met lokstoffen.
Overigens worden zowel de gewone als de kleine bessenbladwesp aangetrokken door de lokstof.

Foto’s: Vlamings
Levenscyclus van de bessenbladwesp
De bessenbladwesp kent een snelle levenscyclus, met meerdere generaties per jaar. In het voorjaar leggen de volwassen wespen hun eitjes aan de onderzijde van bessenbladeren. De larven die hieruit komen, voeden zich intensief met het bladgroen en kunnen in korte tijd de struiken volledig kaalvreten. Na enkele weken verpoppen ze zich in de grond. In de zomer verschijnt een nieuwe generatie die opnieuw schade aanricht. In warme jaren kan zelfs een derde generatie volgen. Tegen de herfst graven de larven zich in om te overwinteren in een cocon, waarna ze in het voorjaar weer tevoorschijn komen en de cyclus herhalen.
Opzet van de proefpercelen
De proef is opgezet op zowel een gangbaar als een biologisch bessenbedrijf en richt zich op het reduceren van de bessenbladwesp-populatie door het vangen van volwassen exemplaren. Hiervoor zijn twee methoden ingezet:
- Vangbanden – Kleverige gele vangbanden zijn tussen de stammen van de bessenstruiken aangebracht, met als doel het onderscheppen van uitkomende volwassen wespen.
- Lokstoffen – Door het gebruik van een recent beschikbaar seksferomoon, kan de vlucht van de wespen nauwkeurig worden gevolgd. Het feromoon lokt de volwassen mannetjes naar vallen, wat bijdraagt aan het verminderen van de voortplanting.
De proef is opgezet in vier blokken van elk zes rijen. In twee blokken zijn vangbanden in combinatie met lokstoffen opgehangen en in twee blokken alleen vangbanden.
Sterke eerste vlucht bij gangbaar bessenbedrijf toont effectiviteit van deltavallen
Bij het gangbare bessenbedrijf is, mede door de relatief hoge temperaturen van de afgelopen weken, een sterke eerste vlucht waargenomen. Het betreft hier de teelt van rode bessen in de buitenlucht, de folie zit er nog niet op. De onderstaande afbeeldingen laten de grote vangsten zien.

Koen Berden: “Vergeleken met de vangbanden zijn de vangsten in de deltavallen aanzienlijk hoger. Op dit moment blijkt de lokstof dan ook een duidelijke meerwaarde te hebben ten opzichte van het gebruik van alleen vangbanden. Ook in de rijen waar beide methoden zijn gecombineerd, worden hogere aantallen waargenomen. Dit wijst erop dat een gecombineerde inzet van vangbanden en deltavallen met lokstof de meest effectieve aanpak is in de beheersing van de bessenbladwesp.”