Onderzoekers van WUR/Proeftuin Randwijk hebben middels camerabeelden kunnen vaststellen welke diersoorten het meest effectief zijn in het wegvangen van eitjes van schadelijke schildwantsen. Cameravallen laten zien dat, onder andere, sabelsprinkhanen graag de eieren van schildwantsen eten. In kleine, minder intensief onderhouden boomgaarden worden de wantseneieren sneller opgegeten dan op grootschalige percelen.
Steeds vaker vormen schildwantsen een probleem in boomgaarden. Natuurlijke vijanden kunnen helpen bij het beheersen hiervan. Uit onderzoek van WUR blijkt dat het beheer van fruitpercelen hierop grote invloed heeft. Uitgezette wantseneitjes worden in kleinschalige, extensief beheerde boomgaarden veel sneller opgegeten dan in grootschalige productieboomgaarden. De uitdaging is nu om deze natuurlijke bestrijding ook in grotere commerciële boomgaarden te bevorderen.
Schildwantsen kunnen veel schade aanrichten in de fruitteelt. In Nederland is de roodpootschildwants (Pentatoma rufipes) de belangrijkste soort, maar elders in de wereld veroorzaakt de invasieve bruingemarmerde schildwants (Halyomorpha halys) op grote schaal schade. In Nederland is deze soort ook sinds een aantal jaren gevestigd, met name in Zuid-Limburg. Daar zit de wants vooral in het stedelijk groen en in tuinen van particulieren. Ze worden gelukkig nog niet vaak in boomgaarden aangetroffen.
Om de bijdrage van natuurlijke predatie aan de bestrijding van schildwantsen te onderzoeken, hingen de onderzoekers (dode) eitjes op in reguliere en biologische boomgaarden, maar ook in kleinschalige, extensief beheerde landschapsboomgaarden. In de extensieve boomgaarden was na twee dagen gemiddeld 45% van de eitjes opgegeten, terwijl dit percentage in reguliere en biologische productieboomgaarden rond de 10% lag.
Om te ontdekken welke predatoren wantseneitjes eten, zijn zelfgebouwde wildcamera’s gebruikt. Deze camera’s werden samen met eitjes in de boomgaarden geplaatst en filmden 48 uur lang wat er met het eipakket gebeurde. De beelden toonden predatie uit onverwachte hoek. Tweemaal kwam er een sabelsprinkhaan in beeld, die een volledig eipakket verslond. De vraatsporen aan andere eipakketten wijzen op een belangrijke rol van sabelsprinkhanen. Ook was er een koolmees te zien die geen moeite had om een eipakket compleet weg te pikken. Daarnaast aten hooiwagens soms enkele eitjes. Oorwormen waren wel vaak in beeld, maar hadden grote moeite om de eitjes open te breken en lieten bekraste maar verder onbeschadigde eitjes achter. Verder viel op dat de meeste predatie ‘s nachts plaatsvond.
Het onderzoek toont aan dat natuurlijke vijanden een flinke hap uit een populatie van de schildwantsen kunnen nemen. In extensief beheerde boomgaarden zullen de wantsen zich hierdoor waarschijnlijk moeilijk kunnen handhaven. De vraag en uitdaging is hoe we ervoor kunnen zorgen dat de predatie ook in grote commerciële boomgaarden verhoogd kan worden om te komen tot een duurzame plaagbeheersing.
De video-opnamen van dit onderzoek zijn te zien op Youtube.
Het project ‘Biologie en beheersing van schildwantsen’ wordt gefinancierd door Topsector T&U en NFO.
Onderzoek van Peter Karssemeijer, Daan Heinen, Nina Joosten, Karin Winkler en Herman Helsen