Afgelopen dinsdag stemde de Tweede Kamer met een krappe meerderheid in met een motie van de Partij voor de Dieren. In de motie wordt om een plan voor uitfasering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, in de woorden van deze partij landbouwgif, gevraagd. Uitfasering van gewasbeschermingsmiddelen in 2035 gaat volgens de NFO voorbij aan de realiteit. Gewasbeschermingsmiddelen zijn en blijven nodig voor bestrijding van ziekten en plagen. Minister Schouten ontraadde de motie en wees terecht op de vorig jaar aangenomen Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 en het opgestelde uitvoeringsprogramma. In feite ligt er een plan om te anticiperen op het afnemende middelenpakket en verduurzaming van de teelt. De motie gaat voorbij aan wat er al gebeurt. Want er liggen al lang plannen die mét de sector zijn gemaakt en welke momenteel worden uitgevoerd via het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. Daarom is voorafgaand aan de stemming gewezen op de onmogelijkheid en onnodigheid van deze motie. Om de afgesproken plannen te laten slagen vraagt NFO meer aandacht voor de randvoorwaarden: de aanpak van korte-termijn knelpunten, economisch perspectief voor telers en een langjarig consistent beleid voor de overheid. Nieuwe doelstellingen en een nieuw plan zonder randvoorwaarden is zinloos.