Minister Carola Schouten gaat in gesprekken die ze heeft met supermarkten inzetten op een bredere introductie van regioproducten in supermarkten. Ze wil de producent en consument dichter bij elkaar brengen en de waardering voor het voedsel en het werk van de boer verhogen. Schouten schrijft dit in een reactie op de initiatiefnota ‘Verbinding boer(in) – burger. Voedsel dichtbij’ van CU-kamerlid Carla Dik-Faber.
“Hoewel de meeste mensen hun eten zullen blijven kopen bij de supermarkt, is het wel mogelijk de boeren en tuinders in de omgeving van een stad beter in beeld te brengen. Kopen bij de boer en tuinder, op regionale markten en bij stadslandbouwbedrijven kan producent en consument dichter bij elkaar brengen en de waardering voor het voedsel en het werk van de boer verhogen. Maar ook voor de consument die in de supermarkt zijn voedsel koopt, moet het mogelijk zijn om regionaal geproduceerd voedsel te kopen”, aldus Schouten. Ze ziet daarbij wel een aantal problemen; het volume en assortiment aan regioproducten is beperkt, de prijs is mede vanwege de logistiek hoger, en regioproducten zijn vaak seizoensproducten.
Schouten voert regelmatig gesprekken met supermarkten, onder andere over voedselverspilling en de positie van de boer in de keten. Ook regioproducten zullen onderwerp van gesprek worden.
Overigens zijn regioproducten iets anders dan streekproducten. Regioproducten zijn producten afkomstig uit dezelfde regio en streekproducten zijn kenmerkend voor een streek, maar worden ook in andere regio’s verkocht.

In haar initiatiefnota doet Dik-Faber vijf voorstellen om de verbinding tussen boer(in) en burger te versterken: een brede introductie van regioproducten, het verkorten van de ketens, meer openheid over hoe de agrarische sector werkt, het stimuleren van multifunctionele landbouw en meer aandacht voor (gezond) voedsel in het onderwijs.