“De risico’s die het EU-beleid voor gewasbescherming met zich meebrengen zijn voor de fruitteelt volstrekt onacceptabel”, aldus NFO-voorzitter Ron Mulders. Onderzoek door Wageningen Economic Research wijst uit dat de Farm-to-Fork-strategie in de glastuinbouw zal leiden tot een gemiddeld productieverlies van 20 procent. In de sierteelt en teelt van uitgangsmaterialen zoals pootaardappelen zullen de verliezen nog hoger oplopen, omdat daar voor veel ziekten en plagen een nultolerantie geldt. Mulders, die tevens portefeuillehouder Gezonde Planten bij LTO Nederland is: “Het gaat hier dus om een gemiddeld verlies in een gecontroleerde teelt. In de open teelt zal het verlies vrijwel zeker nog groter zijn. Er kan daarnaast altijd sprake zijn van een calamiteit. Als een teler dan niet kan ingrijpen, loopt hij nog meer risico. In onze teelten: zelfs een risico op veel minder oogst gedurende meerdere jaren. Dat is onacceptabel. Telers in de open grond hebben al te maken met risico’s van weer en klimaat, en ook de markt is een risico. Dat daar nu ook nog het risico van te weinig mogelijkheden voor gewasbescherming bij komt is onaanvaardbaar. Zonder een oplossing voor dit probleem kunnen we niet verder. Dat is onwenselijk en onmenselijk.”
Dat de fruitsector de ontwikkeling en introductie van groene middelen moet versnellen is duidelijk, maar het wegvallen van middelen en het ontbreken van alternatieven maken dat de fruitteler te weinig mogelijkheden heeft om nog in te grijpen als het echt nodig is. “Dat we groene alternatieven moeten zoeken is prima, maar er moet veel meer aandacht zijn voor de impact ervan”, aldus Mulders.
Het wegvallen van producties in Nederland en de EU betekent dat er meer voedsel zal moeten worden geïmporteerd. Daarmee wordt het milieuvraagstuk uiteindelijk niet wordt opgelost, maar verplaatst. Mulders: “In andere EU-lidstaten kunnen ze vrijwel zeker ook niet onder deze voorwaarden telen. Dat betekent dat we meer product moeten importeren en dat we uiteindelijk meer moeten importeren uit regio’s waarvan we niet weten of ze dezelfde productiestandaarden hanteren als wij. In dat geval lossen we geen problemen op, maar verplaatsten we ze. Bovendien moeten we ons ernstig afvragen of we voor onze voedselvoorziening nog afhankelijke willen worden van landen buiten de Europese Unie.”