Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe mestbeleid op basis van het zevende actieprogramma nitraatrichtlijn in. De NFO heeft afgelopen zomer de eerste conceptstukken over (neven)effecten voor de fruitteelt beoordeeld en heeft hierop gereageerd. De opmerkingen van de NFO zijn overgenomen. Recent zijn de eerste drie wijzigingen op het plan gepubliceerd.
Om extra mogelijkheden te hebben om het organische stofgehalte te verhogen is het mogelijk om vanaf 1 januari in plaats van 1 februari vaste strorijke mest op gras- en bouwland op zand en lössgronden uit te rijden. Op klei en veengronden mocht en mag dit het gehele jaar. Daartegenover staat dat de uitrijdperiode van drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib op bouwland wordt verkort. Waar nu geldt dat uitgereden kan worden vanaf 15 februari, wordt dit 15 maart.
Het uitrijden van drijfmest in de fruitteelt voor 15 maart is beperkt. Alleen die telers die geen kunstmest (o.a. biologische teelt) gebruiken om in de bloei voldoende stikstof in het gewas te hebben, passen voor 15 maart drijfmest toe. Mede op verzoek van de NFO is fruitteelt toegevoegd aan de lijst met gewassen waar wel voor 15 maart drijfmest mag worden toegepast. Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid is het nodig om minimaal 1 dag voor de toepassing hiervan een melding te doen.
In de recente publicatie van het actieprogramma is ook de verplichte gewasrotatie met rustgewassen op zand- en lössgronden opgenomen. In de toelichting staat nu expliciet dat teelten die langer duren dan de rotatieperiode van vier jaar (bijvoorbeeld fruitbomen) uitgezonderd zijn van deze maatregel. Momenteelt loopt de consultatie voor de lijsten met vanggewassen en winterteelten. De NFO beoordeelt deze ook op potentiële negatieve effecten voor de fruitteelt.