Eind juni kwamen onderhandelaars van de Europese Unie en de vier Mercosur-landen (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay) tot een handelsakkoord. De landen produceren veel agrarische goederen. NFO-voorzitter Gerard van den Anker vindt het een onverteerbare beslissing. “Wij zijn in Nederland aan het verduurzamen, we zijn bezig met nuttige insecten en bloemstroken, en proberen in de teelt te innoveren omdat we willen innoveren. De Rijksoverheid zegt naar Kringlooplandbouw toe te willen en heeft een Visie Plantgezondheid, want we willen een groenere sector. Vervolgens wordt er een handelsakkoord gesloten met Zuid-Amerikaanse landen waarbij het milieubelang volledig uit het oog wordt verloren. De deur wordt wagenwijd opengezet voor agrarische producten die niks te maken hebben met verduurzaming en Kringlooplandbouw, en tegen een lagere kostprijs hier op de markt gaan komen, terwijl wij door allerlei regelgeving een steeds hogere kostprijs hebben: dat is ongelijke concurrentie. Als je met elkaar wilt verduurzamen, moet je ook zorgen dat je de deur dicht gaat houden voor producten die je eigenlijk niet meer wenselijk vindt.”Dit onderwerp komt dan ook hoog op de NFO-agenda. “Het kan niet zo zijn dat het ongelijke speelveld op deze manier nog verder vergroot wordt.”
Het akkoord is nog niet van kracht. Dat kan nog wel twee of drie jaar duren. Eerst moeten de EU-lidstaten (de ministers van handel), de nationale en regionale parlementen en het Europees Parlement instemmen met het akkoord.