De Tweede Kamer heeft afgelopen dinsdag moties aangenomen die moeten bijdragen aan een realistischere aanpak ten aanzien van spuitzonering. De NFO zet hier sterk op in.
In een motie van NSC en VVD wordt de regering gevraagd om, samen met het Ctgb, het begrip voorzorgbeginsel te verduidelijken. Dit naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak in Limburg, waar een lelieteler een verbod kreeg opgelegd voor het telen van lelies naast een woonwijk. Dit ondanks het feit dat hij gewasbeschermingsmiddelen gebruikt die door het Ctgb, met meerdere veiligheidsfactoren, beoordeeld zijn op risico’s voor omwonenden.
Dat de rechter uit voorzorg aanvullende beperkingen oplegt bovenop het voorzorgbeginsel dat het Ctgb aanhoudt, maakt het telen van gewassen op steeds meer plaatsen onmogelijk. Met deze motie zet de NFO in op een meer realistische aanpak.
In de andere motie, van CDA, SGP, CU, VVD en NSC, wordt de regering gevraagd om zo spoedig mogelijk een wetenschappelijk onderbouwd kader op te laten stellen voor de benodigde breedte van spuitzones. Dit om een gezonde woon- en leefsituatie voor bewoners naast agrarische percelen te garanderen. De NFO heeft zich, samen met meerdere gemeenten in de Betuwe, ingezet om deze motie ingediend en aangenomen te krijgen. Gemeenten hebben er, vanwege hun woningbouwplannen, belang bij dat er duidelijkheid is over de breedte van spuitzones bij agrarische percelen. Ook voor fruittelers is duidelijkheid belangrijk, bij aankoop of pacht van nieuwe percelen.
In de afgelopen jaren werd de zorg bij omwonende aangewakkerd door verontrustende nieuwsberichten en gerechtelijke uitspraken. De NFO zet in op het verkrijgen van onafhankelijke wetenschappelijke gegevens op basis waarvan juridische houdbare ruimtelijke ordeningsbesluiten genomen kunnen worden. Daarmee kan de steeds verder polariserende onrust worden omgezet in helderheid en rust ten aanzien van gezondheidsrisico’s voor omwonenden.