‘Met intrekken Europese gewasbeschermingswet nog niet alle problemen opgelost’


De Europese Commissie heeft het voorstel om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 te halveren ingetrokken. Dat heeft voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen afgelopen dinsdag bekend gemaakt. De grote verdeeldheid die het voorstel, zowel binnen als buiten de Europese Raad zaaide, heeft tot dit besluit geleid. “Het voorstel voor Sustainable Use Regulation (SUR) is tot een symbool van polarisatie geworden. Eerder al is het verworpen door het Europees Parlement en ook in de Raad is geen vooruitgang meer”, lichtte Von der Leyen toe. Ook de grootschalige boerenprotesten laten zien dat boeren en telers geen uitweg zien om te produceren binnen alle Europese regelgeving. Zij zullen dan ook meer stem moeten krijgen in het beleid dat vanuit de EU ontwikkeld wordt, concludeerde Von der Leyen.

De NFO vindt het een goede zaak dat de sector zelf meer betrokken wordt bij het ontwikkelen van beleid. De druk om onze teelten verder te vergroenen, neemt daarmee niet zonder meer af. Ron Mulders, LTO-portefeuillehouder Gezonde Planten: “Met het terugtrekken van dit voorstel lijkt het of de hele Europese Commissie hier achter staat, maar dat is niet het geval. Het politiek en maatschappelijk sentiment rondom verduurzaming is immers niet veranderd. Los van de SUR blijft er de strenge regelgeving rondom toelating van middelen en moeten we nog steeds voldoen aan de eisen uit de Kaderrichtlijn Water. De winst voor nu is dat we als sector op het thema duurzaamheid meer mee mogen praten en dat er meer kans is dat regelgeving ontwikkeld wordt op een manier zoals wij dat willen.

De SUR was vooral een stok om het gebruik te verminderen. Maar er was geen stimulans om de beschikbaarheid van laagrisico-, biologische alternatieven, precisietechnieken of nieuwe veredelingstechnieken te vergroten. Wij willen als sector nog steeds vergroenen, maar deze middelen en methoden zijn vaak nog onvoldoende beschikbaar. Toekomstig beleid zou er primair voor moeten zorgen dat telers over voldoende tools kunnen beschikken om IPM verder uit te rollen om zo hun footprint verantwoord te kunnen verlagen.”