Het indienen van klachten over oneerlijke handelspraktijken moet nog laagdrempeliger worden. De positie van boeren en tuinders moet worden versterkt, met name ten opzichte van grote foodretailspelers. Dat standpunt hebben NFO en LTO ingebracht in twee openbare raadplegingen van de overheid over mededinging.
In het kader van het tegengaan van oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen, heeft de EU de mededingingsregels voor producenten verruimd. Deze Europese wetgeving moet nog worden omgezet in Nederlandse wetgeving. Daarom organiseerde de overheid in augustus twee openbare raadpregingen. In samenwerking met Barentskrans Advocaten hebben NFO en LTO gereageerd op de voorstellen voor wijziging van de Mededingingswet en het wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken.
Tijdens de proef Gedragscode Eerlijke Handelspraktijken Agrofood kwamen nauwelijks klachten van agrarisch ondernemers binnen, terwijl er in de praktijk wel problemen zijn. Volgens NFO/LTO en BarentsKrans wordt dit voornamelijk veroorzaakt door gebrekkige kennis over de mogelijkheden van de gedragscode. En omdat er in de land- en tuinbouwketens weinig met schriftelijke contracten gewerkt wordt. De koepel pleit dan ook voor heldere communicatie en een laagdrempelig klachtrecht.