Er is veel te doen om de bodemkwaliteit en de rol van organische stof in de kringlooplandbouw en de klimaatopgave. Organische stof mag zich verheugen in een groeiende belangstelling. In de dagelijkse praktijk wordt hierbij te pas en te onpas de term ‘humus’ gebruikt. Je kunt producten met humus kopen, maar wat het precies is, weet bijna niemand. Spraakverwarring is aan de orde van de dag in gesprekken over organische-stofbeheer.
Ten grave
De wetenschap heeft begrip humus onlangs ten grave gedragen. Tijdens een internationaal bodemkundig congres in Wageningen werd een heuse rouwadvertentie getoond waarbij met eerbied afscheid werd genomen van Humus. Waarom? Simpel gezegd: het begrip humus is ooit in het leven geroepen toen bodemkundigen zich geen raad wisten met een diverse groep organische verbindingen die ze niet nader konden karakteriseren. Deze restgroep hebben ze ‘humus’ genoemd. Met de komst van nieuwe analysetechnieken zijn deze verbindingen inmiddels wel gekarakteriseerd en is er geen sprake meer van een restgroep. Het label ‘humus’ heeft daarmee z’n betekenis verloren.
Zwart spul in de bodem
Vanwege de hardnekkige spraakverwarring en het feit dat ‘humus’ geen wetenschappelijke betekenis meer heeft, is voorgesteld om het begrip maar helemaal af te schaffen. Maar het zal in de praktijk wel tien jaar duren voordat het begrip is uitgefaseerd; ‘humus’ bekt immers wel lekker en is behoorlijk ingeburgerd.
Hoe we dat zwarte spul in de bodem dan wèl moeten noemen? Nou gewoon, organische stof. En dat heb je in verschillende soorten en maten, zoals makkelijk en moeilijk afbreekbare organische stof. Die termen zijn in ieder geval een stuk informatiever dan het onbestemde ‘humus’.