Grootschalig onderzoek naar de herkomst van glyfosaat en het afbraakproduct AMPA in rivierwater laat zien dat het gebruik van herbiciden niet de enige oorzaak van de vervuiling kan zijn. Dat blijkt uit een analyse van vele duizenden watermonsters door onderzoekers van de Universiteit van Tübingen (Duitsland).

Sinds 1998 is rivierwater op circa 100 locaties in Europa en de Verenigde Staten geanalyseerd op het voorkomen van glyfosaat en het belangrijkste afbraakproduct aminomethylfosfonzuur (AMPA). Daaruit blijkt een aantal opvallende zaken. De Amerikaanse gegevens laten zien dat de concentraties glyfosaat en AMPA het hoogst zijn op het moment dat de afvoer van de rivier het hoogst is. Waarschijnlijk duidt dat op het uitspoelen van deze stoffen na regenval nadat herbiciden zijn toegepast.

De concentratiepatronen van glyfosaat en AMPA in Europa vertonen echter een heel ander verloop en gaan gelijk op met stoffen die voorkomen in afvalwater van de farmaceutische industrie. Ook laat de analyse zien dat gemeentelijk afvalwater een zeer belangrijke bron van glyfosaat en AMPA was gedurende meer dan een decennium. Tot slot is de concentratie van glyfosaat in Europees rivierwater het hele jaar door vrij hoog en constant, wat niet verwacht wordt als dit het gevolg is van toepassing van herbiciden. Een afname van glyfosaat en AMPA werd niet terug gevonden, terwijl dat wel werd verwacht nadat het glyfosaatgebruik de afgelopen jaren werd beperkt.

In de zoektocht naar de oorzaak van het afwijkende patroon in de concentraties glyfosaat en AMPA in de Europese rivieren kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat er een andere bron moest zijn naast het herbicidegebruik. De onderzoekers constateerden dat AMPA niet alleen een omzettingsproduct van glyfosaat is, maar ook van aminopolyfosfonaten. Deze stof wordt in Europa veelvuldig in wasmiddelen gebruikt. In de Verenigde Staten komen aminopolyfosfonaten juist niet voor in populaire wasmiddelen. Naast AMPA werd ook glyfosaat in de watermonsters aangetroffen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat glyfosaat ontstaat als omzettingsproduct uit aminopolyfosfonaten. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat glyfosaat op deze manier kan ontstaan.

Dat kan verklaren waarom de concentraties glyfosaat en AMPA in Europees rivierwater niet gelijk op gaan met de uitspoelingspatronen van glyfosaatgebruik als herbicide

Een ander verschil tussen Europa en de Verenigde Staten is dat in Europa veel vaker glyfosaat en AMPA gevonden wordt in afvalwaterzuiveringsinstallaties. Dat laatste kan verklaren waarom deze stoffen juist zo vaak in rivierwater in stedelijk gebied werd aangetroffen.

De bron van glyfosaat moet veel dichterbij huishoudens worden gezocht, concluderen de onderzoekers. Hun vermoeden is dus dat glyfosaat een bijproduct is van aminopolyfosfonaten die op grote schaal in Europa worden gebruikt, vooral in wasmiddelen.

De eerste laboratoriumtests zijn afgerond en bevestigen waarom het tot nu toe niet lukte om glyfosaatvervuiling in Europese rivieren te verminderen.

 

Lees ook het artikel dat is gepubliceerd op scientas.nl of het onderzoeksrapport op sciencedirect.com.

Dit bericht is geplaatst op donderdag 1 augustus 2024 - 16:51