Vanuit de overheid zijn er diverse fiscale regelingen die bedrijven stimuleren te investeren in een – al dan niet – milieuvriendelijk bedrijfsmiddel. Veel van de in de artikelenserie over aanschaf van spuitmachines genoemde spuiten vallen binnen de VAMIL- en MIA-regeling. Daarnaast zijn er ook de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) en de Kleinschaligheids Investeringsaftrek (KIA).
Volgens de officiële richtlijnen geldt de MIA- en VAMIL-regeling bij ‘spuitmachines voor plaatsspecifieke toediening in de open teelt’. De machine moet plaatsspecifiek middel kunnen toedienen aan het gewas, waarbij sensoren de plant of het onkruid detecteren. De spuitdoppen moeten hiervoor aangestuurd kunnen worden. De spuitmachine komt dan voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Dat betekent dat u met de Milieu Investeringsaftrek (MIA) 13,5% van het investeringsbedrag in mindering kan brengen op de fiscale winst. Die aftrek komt boven op de gebruikelijke investeringsaftrek. Met de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) kunt u 75% van de investeringskosten afschrijven en omdat dat kan op een zelf te bepalen tijdstip, levert dat liquiditeitsvoordeel op. Beide subsidieregelingen mogen gecombineerd worden met BIK. BIK is een nieuwe regeling en geldt voor investeringen in 2021 of 2022. De investeringskorting is 3,9% en moet verrekend worden met de af te dragen loonheffing.
Binnen de KIA geldt voor investeringen tot € 109.574 een investeringsaftrek van 28%, met een maximum van € 16.568. KIA is afhankelijk van het totaal aan investeringen in een jaar.
Het voordeel van de KIA en MIA is afhankelijk van de rechtsvorm, de hoogte van de winst en de belastingtarieven die daarbij horen.