Gisteren werd bekend dat het Kabinet niet verdergaat met het zogeheten Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Nadat eerder de beschikbare financiële middelen al waren weggevallen én de deadline was opgeheven, lijkt het intrekken van het programma zelf onvermijdelijk geworden. Volgens de NFO en LTO is het echter wel belangrijk dat de gebiedsgerichte aanpak wordt doorgezet.
Het NPLG behelsde een verregaande transitie van het landelijk gebied in de komende decennia. Dit met als doel de natuurkwaliteit te verbeteren, het watersysteem robuuster en gezonder te maken en stappen te zetten richting een klimaatneutraal Nederland. In dit kader werden diverse hoofdthema’s benoemd, waaronder bodem, water, klimaat en natuur. De uitwerking en uitvoering van het NPLG lag in de regio, bij de provincies. Deze werkten de afgelopen twee jaar hun plannen uit en waren daar volgens de NOS al ver mee. Zij lieten afgelopen week weten het belangrijk te vinden dat het NPLG op de een of andere manier doorgaat.
Nu het NPLG van tafel is, is het volgens LTO en de NFO belangrijk dat de aanpak van gebiedsgericht werken overeind blijft en dat ondernemers zelf aan het roer blijven. “De investeringen die het kabinet in het hoofdlijnenakkoord heeft aangekondigd voor agrarisch natuurbeheer en innovaties kunnen er juist mede voor zorgen dat gebiedsgericht werken – en een aanpak met maatwerk en draagvlak van onderop – tot succes leidt. Wat LTO betreft gaat het kabinet de nieuw ingezette lijnen uit het hoofdlijnenakkoord dus voortvarend uitvoeren. Dat betekent dat er meer geld beschikbaar komt voor grootschalig gebruik van innovaties, inzet van managementmaatregelen en ruimte voor ondernemerschap via doelsturing. Daardoor komen agrarische ondernemers zelf weer aan het stuur te zitten”, zo schrijft LTO op haar website.
De NFO sluit zich hierbij aan. Voor de fruitteelt spelen er immers regionaal belangrijke thema’s zoals de beschikbaarheid van schoon en voldoende zoet water.