De Tweede Kamer-commissie Sociale Zaken & Werkgelegenheid vergaderde woensdag 3 februari over het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer). Er blijkt brede steun in de Kamer voor het rapport en voor de adviezen die daarin zijn opgenomen.
Hoofdlijnen in het algemeen overleg (AO) Arbeidsmigratie: de wens te komen tot scheiding van het werkgeverschap en verhuurder; realisatie van de daadwerkelijk huisvesting in de regio’s en de aanpak van malafide praktijken in de uitzendsector. De Kamer wil op de korte termijn maatregelen en niet wachten op het nieuwe kabinet.
“De NFO vindt dat bij werken met internationale werknemers goede huisvesting belangrijk is, want zonder goede huisvesting prijzen de bedrijven zich uit de arbeidsmarkt. De NFO maakt zich nu vooral zorgen over de mogelijke scheiding van werkgeverschap en verhuurder. Het gevaar bestaat dat internationale werknemers dan te maken krijgen met commerciële verhuurders die vooral uit zijn op een zo’n hoog mogelijk rendement op hun investering. Dit terwijl internationale werknemers het juist belangrijk vinden dat ondernemers huisvesting en zorgverzekering regelen. Ook is het volgens de NFO makkelijker om toe zien op fatsoenlijke en veilige (tijdelijke) huisvesting wanneer de werkgever een rol speelt, zeker in coronatijd. Daarnaast is het ook een praktische oplossing. De huisvestingsvoorzieningen zijn er op de commerciële markt simpelweg niet”, aldus René Simons, voorzitter van de NFO-klankbordgroep Arbeid.
Het debat maakte tevens duidelijk dat nadrukkelijk wordt gekeken naar gemeenten als het gaat om de realisatie van huisvestingsaanvragen in de regio’s. Dat zou voor permanente bewoning uitkomsten kunnen bieden. Voor tijdelijke huisvesting meent de NFO dat de oplossing eerder bij de werkgever ligt. De NFO voert op dit moment al gesprekken met gemeenten over de wijze van huisvesten op de bedrijven.
“We blijven als NFO de discussie beïnvloeden. We menen dat de sector al voorop loopt met goede huisvesting. Het loskoppelen van werkgever- en verhuurderschap mag geen roet in het eten gooien. De fruitteler zelf kan fatsoenlijke huisvesting het beste regelen. Dat moet je niet aan huisjesmelkers overlaten”, meent Simons.