De Europese Voedselveiligheidsautoriteit EFSA concludeert in een voorlopige risicobeoordeling dat opgetelde blootstelling aan meerdere middelen, op dit moment geen gevaar voor de gezondheid oplevert. Ook worden de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen in bewerkte producten vaak te hoog ingeschat.
Nu nog worden de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen op voedsel per middel vastgesteld. Volgens de Europese wetgeving moeten de effecten van stapeling van middelen worden meegenomen in de risicobeoordeling. Het RIVM heeft daarom met EFSA een methode ontwikkeld die kan berekenen in welke mate mensen via voedsel aan meerdere gewasbeschermingsmiddelen blootstaan.
Na toepassing van de nieuwe methode concludeert EFSA dat de opgetelde blootstelling via voedsel op dit moment geen gevaar voor de gezondheid oplevert. Het RIVM is het daarmee eens.
Het RIVM heeft blootstellingsschattingen gemaakt voor gewasbeschermingsmiddelen die effect kunnen hebben op het zenuwstelsel en de schildklier. In eerste instantie lijkt het erop dat de blootstelling van kleuters en jonge kinderen aan middelen die op het zenuwstelsel kunnen werken, hoog is. Er ontbreekt echter informatie om een complete blootstellingschatting te kunnen maken.
Het is bijvoorbeeld niet bekend hoeveel resten van gewasbeschermingsmiddelen op bewerkte producten zitten. Door bewerkingen zoals schillen, koken en tot sap verwerken, neemt het restant gewasbeschermingsmiddel af vergeleken met het onbewerkte product.
In de huidige risicobeoordeling voor appelsap wordt bijvoorbeeld de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel gebruikt die op de onbewerkte appel zit. Hierdoor kan de eigenlijke blootstelling worden overschat.
EFSA gaat ook de opgetelde risico’s van gewasbeschermingsmiddelen voor andere organen beoordelen. Met de opgedane ervaring wil EFSA het proces van volgende beoordelingen voortaan sneller laten verlopen.
Bron: RIVM