Op 17 januari heeft de hoogste rechter (Raad van State) uitspraak gedaan of derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne gebruik mogen blijven maken van de rechten van de Richtlijn tijdelijke bescherming. De uitspraak is dat de tijdelijke bescherming eindigt op 4 maart 2024.
Na het uitbreken van de oorlog vluchtten veel mensen vanuit Oekraïne naar lidstaten van de Europese Unie. Daarop besloot de Europese Unie uitvoering te geven aan de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Mensen uit Oekraïne kregen daarmee snel tijdelijke bescherming, zonder dat zij de gebruikelijke asielprocedure hoefden te doorlopen.Niet alleen Oekraïners kregen op basis van die richtlijn recht op tijdelijke bescherming, maar ook staatlozen en mensen met andere nationaliteiten die in Oekraïne asiel of eenverblijfsvergunning hadden. Daarnaast mochten de afzonderlijke lidstaten zelf kiezen of zij dezelfde tijdelijke bescherming ook wilden bieden aan mensen die in Oekraïne een tijdelijke verblijfsvergunning hadden, bijvoorbeeld voor werk of studie. Deze laatste groep, de derdelanders, kreeg deze tijdelijke bescherming in Nederland. De Raad van State heeft nu op 17 januari besloten dat deze tijdelijke bescherming voor derdelanders stopt per 4 maart 2024.
Derdelanders hebben nog tot 4 maart 2024 recht op werk, opvang, leefgeld en medische zorg, daarna niet meer. Zij kunnen wel een verblijfsvergunning op andere gronden aanvragen, zoals voor asiel.
Kijk voor uitgebreide informatie over dit onderwerp op raadvanstate.nl.
Bron: Werkgeverslijn