De biologische perenteelt staat voor allerlei uitdagingen. In een presentatie tijdens de online Biokennisweek gaf Gerjan Brouwer van Delphy een overzicht van de belangrijkste ziekten en plagen in de biologische perenteelt. De adviseur is namens Nederland vertegenwoordigd in het Europese Biofruitnet. Het netwerk is bedoeld om zoveel mogelijk informatie uit te wisselen om zo de sector te versterken.
Het is geen verrassing dat schurft, zowel in Nederland als Europees, de belangrijkste ziekte is in de biologische perenteelt. Aangezien in Nederland alleen zwavel en bicarbonaten zijn toegelaten ter bestrijding, zijn preventieve maatregelen, zoals het stimuleren van de bladvertering, een open boomvorm, een beheerste groei en een matige bemesting extra van belang. In veel andere landen is koper toegelaten als schurftmiddel in de biologische teelt, maar ook daar staat het gebruik ervan ter discussie. Nog meer dan in de gangbare teelt is er behoefte aan meer informatie over de levenscyclus van schurft bij peer, het effect van hygiëne maatregelen en plantversterkers.
Naast schurft spelen ook bacterievuur, pseudomonas en kanker een rol. Stemphylium is in de biologische teelt in Nederland juist een minder groot probleem dan in gangbaar.
Bij de plagen is de perengalmug een toenemend probleem en ook hiertegen zijn weinig middelen beschikbaar. Het met de hand verwijderen van de aangetaste vruchtjes is vooralsnog het meest effectief, maar erg arbeidsintensief. Gezocht wordt naar methoden om het insect met (feromoon)vallen weg te vangen.
Fruitmot en perenzaagwesp staan op nummer twee en drie als meest voorkomende plagen. Perenbladvlo is in de biologische teelt juist een minder groot probleem als in gangbaar. Stinkwantsen vormen een opkomend probleem, zowel de bruin gemarmerde stinkwants in de zuidelijke landen als in Nederland en België de roodpoot schildwants en de grauwe veldwants.