Op 18 november 2022 heeft een brede coalitie van partijen, waaronder de NFO, een convenant getekend met vergaande doelstellingen gericht op het terugdringen van de milieu-impact van potgrond en substraten. Concreet betekent dit dat veen op de lange termijn niet meer gebruikt mag worden in potgrond en substraten. “In de fruitsector zijn het met name kleinfruittelers die gebruikmaken van potgrond en substraten. Zij moeten er rekening mee houden dat veen niet meer vanzelfsprekend toegepast mag worden in substraten. Dat is een behoorlijke omslag, want veen is een goed substraat voor veel teelten”, licht Frederik Bunt, die als NFO-hoofdbestuurslid het convenant ondertekende, toe.
De NFO laat met de ondertekening zien dat ze bereid is naar alternatieven te zoeken vanwege de maatschappelijke vraag die er ligt. Door dit nu samen met een brede coalitie van bedrijven te doen, kan samen gezocht worden naar alternatieven “De grootste uitdaging ligt er voor substraatfabtikanten. Maar ook telers, zeker van meerjarige teelten, moeten voldoende tijd krijgen om deze omslag goed te maken”, vindt Bunt.
De coalitie die het convenant ondertekende bestaat uit 15 partijen uit het bedrijfsleven, de rijksoverheid, kennisorganisaties en milieuorganisaties. De partijen hebben afgesproken om te komen tot een versnelling van het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, hergebruik van substraten en verantwoorde veenwinning. Ook is er afgesproken dat er richting de consument een voorlichtingscampagne komt over gebruikte grondstoffen en de milieu-impact van potgrond.
Er zijn doelstellingen afgesproken voor 2025, 2030 en 2050.
Voor 2025 is de doelstelling te komen tot een groter gebruik van hernieuwbare grondstoffen (gemiddeld 35% voor professioneel gebruik, 60% voor consumentenmarkt) en het gebruik van compost te verdubbelen tot 600.000 m3. Ook is afgesproken voor veengrondstoffen alleen nog gebruik te maken voor 100% verantwoord gewonnen veen (RPP-label of gelijkwaardig).
Voor 2030 is de doelstelling het percentage hernieuwbare grondstoffen verder te verhogen. Voor de consumentenmarkt is het doel om minimaal 85% hernieuwbare grondstoffen te gebruiken. Voor de professionele markt zal in 2023 een onafhankelijk onderzoek naar de beschikbaarheid en milieu-impact van grondstoffen inzicht en onderbouwing moeten geven voor een nieuwe doelstelling voor 2030.
Voor 2050 is de doelstelling alleen gebruik te maken van substraten die geen negatieve milieu-impact geven in de keten en CO2-neutraal zijn. Het percentage hernieuwbare grondstoffen moet dan minimaal 90% van het totale ketenvolume bedragen.
Nederlandse substraatsector
De Nederlandse substraatsector bestaat uit ca. 20 toonaangevende bedrijven die tezamen ongeveer 8 miljoen m3 potgrond en substraat per jaar produceren. De belangrijkste grondstof voor deze producten is momenteel veen. Deze producten worden voor 80% gebruikt in de professionele markt (voedselproductie, sierteelt) en voor 20% in de consumentenmarkt (zak potgrond in de winkel).
Foto’s: Rolf van Koppen