Tijdens de koudste nachten vorige week liep het verschil in temperatuur net boven of net onder het sneeuwdek op tot wel meer dan 10°C. Ook reageerde de omtrek van de boomstam duidelijk op de vrieskoude. Yannick Smedts van Boomkwekerij Fleuren verzamelde tijdens de vorstperiode vorige week een schat aan informatie. Net voor de vorstperiode bouwde hij vijf Wolky Tolky weerstations om tot sneeuwtemperatuurmeters en installeerde hij apparatuur om de boomstamomtrek te kunnen meten.
In de koudste nacht mat hij op één perceel op 1,5 m hoogte -14°C. Net boven de sneeuw daalde de temperatuur naar -18°C, terwijl de bodemtemperatuur maar net onder het vriespunt zakte. Het toedekken van onderstammen met sneeuw is dan ook een goede methode om deze te beschermen tegen de ergste koude.
Ook zag Smedts dat de stamdikte direct sterk reageerde op de vorst. Zodra de temperatuur onder het vriespunt zakte nam de stamomtrek van de betreffende bomen af met 776 en 751 micrometer (= 0,776 mm en 0,751 mm). Dat lijkt onwaarschijnlijk weinig, maar deze en ook eerdere metingen zijn wel eenduidig. Wellicht dat deze data later gebruikt kunnen worden voor onderzoek naar factoren die van invloed zijn op vorstschade.