De aanpassingen van de energieheffingen die het Kabinet in 2025 wil doorvoeren, betekenen het einde voor de verwarmde houtig kleinfruitteelt onder glas in ons land. Dat stelt NFO-bestuurder en houtig kleinfruitteler René Simons. De gasprijzen in de eerste schijf zullen volgens hem dusdanig stijgen dat verwarmen niet meer rond te rekenen is. Daarnaast zullen de prijsverhogingen ook impact hebben op de rest van de sector.
In het coalitieakkoord van het huidige Kabinet is bepaald dat het verlaagde tarief voor de inkoop van ketelgas in de eerste twee schijven, dat nu nog geldt voor de glastuinbouw, per 1 januari 2025 komt te vervallen. “Dit heeft gigantische impact”, zegt René Simons. “Concreet betekent dit dat de Energiebelasting in deze eerste schijf met maar liefst 50 cent per kuub gas omhoog gaat. En daarnaast blijven tuinders waarschijnlijk ook ODE betalen. Dit raakt houtig kleinfruitbedrijven met een verwarmde teelt snoeihard. Vaak gaat het ook om kleinere familiebedrijven. Zij gaan fors meer betalen voor vrijwel iedere kuub gas die zij verbruiken. Die meerkosten zijn niet terug te verdienen. Daarbij hebben de meeste van deze bedrijven geen WKK, waardoor zij dus ook geen extra inkomsten kunnen genereren door de verkoop van stroom.”
Simons verwacht dat de verhoging van de Energiebelasting het einde zal betekenen voor de verwarmde glasteelt van framboos, braam en rode bes in ons land. “Dit betekent niet per definitie dat deze bedrijven zullen stoppen met telen; de meesten zullen switchen naar een koude teelt. En dat betekent dat dit product in het voorjaar gelijktijdig op de markt komt met het houtig kleinfruit uit tunnelteelten. Deze concentratie van aanbod zal ongetwijfeld leiden tot prijsdalingen. En dat raakt ook de rest van de sector.”
De teler voorziet daarnaast negatieve effecten op de arbeidsvoorziening in de sector. “Een goede arbeidsspreiding is cruciaal, zeker in deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt. Wanneer je je mensen in de wintermaanden geen werk meer kunt bieden, wordt het lastig om hen te behouden.”
Simons voorziet ook een kostenstijging voor houtig kleinfruittelers in zijn algemeenheid. “Ook plantenkwekers krijgen immers te maken met deze hogere gasprijzen. Hierdoor zullen zij koud gaan telen, waardoor de planten later beschikbaar komen, óf hun prijzen verhogen. En dat heeft effect op de hele keten.”
De NFO-bestuurder benadrukt dat de NFO deze kwestie gaat aankaarten in gesprekken met politici, om zo de verstrekkende gevolgen van de maatregel onder de aandacht te brengen. “De glastuinbouw zal moeten verduurzamen, maar dat vergt wel tijd. Die tijd is er nu niet. Een overgangsfase is erg nodig en wenselijk. Daar zullen wij als NFO dan ook voor pleiten.”
Uit een analyse van Wageningen Economic Research (WEcR) bleek eerder deze week al dat de impact van de voorgestelde aanpassingen van de energieheffingen zeer groot is voor glastuinbouwondernemers. Wanneer alleen naar de fiscale maatregelen wordt gekeken, stijgen de door WEcR berekende jaarlijkse lasten van €165 miljoen naar €761 miljoen in 2025 en van €170 miljoen naar €840 miljoen in 2030.