In de afgelopen maanden heeft het ‘Aanjaagteam Arbeidsmigranten’ onder leiding van Emile Roemer gewerkt aan een tweede advies. Vandaag is dit advies aan het kabinet gepresenteerd. Het advies stelt dat de bescherming van arbeidsmigranten flink en structureel moet worden opgepakt om misstanden definitief uit te bannen. De NFO meent dat er goed gekeken moet worden naar hun positie, maar is ook kritisch naar de door Roemer voorgestelde maatregelen. “Het kan altijd beter en dat moet ook, maar sommige aanbevelingen zijn niet altijd even proportioneel, praktisch én soms tegenstrijdig. Ook denk ik dat er te weinig is gekeken naar de overgrote meerderheid van werkgevers waar het wel goed gaat”, zegt René Simons, voorzitter van de Klankbordgroep Arbeid van de NFO.
Het rapport van Roemer doet een aantal aanbevelingen, hieronder de belangrijkste:
- Verbetering van de uitzendsector: het aanjaagteam stelt een versterkt en wettelijk geregeld certificeringsstelsel voor. Er wordt stevige regelgeving voorgesteld waaraan uitzendbureaus moeten voldoen wanneer zij internationale werknemers in Nederland ter beschikking stellen. Het gaat dan om regelgeving over naleven CAO, huisvesting en het voorkomen van arbeidsongevallen;
- Zicht krijgen op arbeidsmigratie: het aanjaagteam stelt voor dat de overheid beter zicht krijgt op waar arbeidsmigranten verblijven;
- Meer en betere huisvesting voor arbeidsmigranten: Het aanjaagteam stelt voor dat de overheid gaat werken aan meer huisvestingsmogelijkheden en dat de keurmerken AKF (voor de agrarische sector) en SNF (voor de uitzendsector) integreren tot één keurmerk. Daarbij wordt onder meer uitgegaan van één persoon per slaapkamer en minimaal 15 vierkante meter leef oppervlakte per persoon. Ook moet er een knip komen tussen een arbeidscontract en een huurcontract (de huur kan dan bijvoorbeeld langer duren dan het arbeidscontract);
- Gezondheid en welzijn van arbeidsmigranten: de zorgverzekering van de arbeidsmigrant zou nog een maand na afloop van de arbeidsovereenkomst moeten doorlopen;
- Betere handhaving en toezicht: versterking van de inzet van de arbeidsinspectie en samenwerking met private inspecties (bijvoorbeeld de keuringsinstanties van AKF).
René Simons: “Fruittelers voelen én nemen dagelijks hun verantwoordelijkheid om goed voor hun internationale werknemers te zorgen. Dit doen zij door het bieden van huisvesting, begeleiding bij inschrijving bij de gemeente, het afsluiten van een zorgverzekering en bijvoorbeeld vervoer van en naar het thuisland te regelen indien dat gewenst wordt.”
De NFO is blij met het voorstel om op de kortst mogelijke termijn meer en kwalitatief goede huisvesting te realiseren. Telers die willen bouwen of verbouwen ondervinden in de praktijk nauwelijks medewerking en regelmatig volop tegenwerking. “Het is goed dat de rijksoverheid een belangrijke regierol krijgt toebedeeld en dat er concrete doelstellingen worden afgesproken met provincies en gemeenten”, vindt Simons.
“De NFO vindt de vierkante meter- normering onaanvaardbaar. Zeker voor kortere duur is de huidige 10 vierkante meter in de AKF-normen meer dan voldoende gebleken in de praktijk. Hetzelfde geldt voor het advies van één persoon per slaapkamer. Daar is in de praktijk bij bewoning van korte duur ook geen behoefte aan. Aanpassing van de normering lijkt dan ook een oplossing voor een probleem dat er niet is. De NFO zal blijven lobbyen om de 15 vierkante meter te voorkomen. Aanpassing brengt te veel kosten met zich mee, als het al mogelijk is”, stelt Simons.
De NFO vindt ook het plan om de huisvesting te ontkoppelen van het arbeidscontract en tegelijkertijd een zorgplicht voor werkgevers te introduceren tegenstrijdig. Dat kan bij invoering in de praktijk leiden tot nog grotere tekorten en juist afhankelijkheid van commerciële huisvesters. Ook ondergraaft dit het huisvestingsmodel op het bedrijf van de werkgever zelf, want dat zou betekenen dat niet-werknemers op het bedrijf kunnen verblijven. Dat zou naast juridische problemen (vergunningen) ook tot vervelende menselijke situaties kunnen leiden.
De NFO wil meewerken aan het stimuleren van een betere registratie van arbeidsmigranten en hun verblijfadres. Dat doen veel leden al, waarbij werkgevers arbeidsmigranten ondersteunen bij de inschrijving in de gemeente of het wegwijs maken in hun woongemeente. De NFO heeft het voorstel gedaan om een ‘een loket-principe’ te introduceren. Waarbij de werkgever de werknemer bij een instantie kan aanmelden en deze niet meer apart langs bijvoorbeeld de RNI-loketten en de website van de zorgverzekeraar hoeft.
Over de verbetering van de inspectie meent de NFO dat de wijze waarop in de afgelopen maanden is geïnspecteerd door de Arbeidsinspectie niet de maat voor de toekomst mag zijn. Al eerder merkte de NFO op dat de overmacht waarmee inspecteurs, handhavers en controleurs vanuit de plaatselijke gemeente de bedrijven betreden buiten elke proportie is. “In de besprekingen die de NFO heeft met de Arbeidsinspectie zal dan ook zeker het advies van Roemer worden meegenomen. Wanneer inspectie een steeds belangrijker rol krijgt, moet ook de wijze van deze inspecties worden verbeterd”, meent Simons.
Simons “Niemand is tegen verbetering van de gezondheid van arbeidsmigranten. Dus ook de NFO niet. Maar de grote vraag is natuurlijk: wie gaat de extra maand zorgverzekering betalen? Ik ben bang dat er automatisch naar de werkgever wordt gekeken en dat leidt tot verhoging van de loonkosten. Dat laatste kan echt niet.”
“De uitwerking van de voorstellen van het Aanjaagteam moet daarom gezamenlijk worden opgepakt. Tegelijkertijd moet wel beoordeeld worden of deze proportioneel, praktisch én haalbaar is voor telers”, besluit Simons. Omdat de discussie nu verder gaat in de politiek zal de NFO hier stevig in moeten lobbyen. Het doel wordt gedeeld, alleen over de wijze waarop zal nog veel en lang gesproken moeten worden.
Lees hier het volledige rapport ‘Geen tweederangsburgers’ van het Aanjaagteam Arbeidsmigranten.