Provincie Zeeland, gemeente Reimerswaal, waterschap Scheldestromen en ZLTO zitten opnieuw met elkaar om de tafel om het plan om de zoetwatervoorziening van de Reigersbergsche polder bij Rilland uit te breiden naar een groot deel van Oost-Zuid-Beveland een doorstart te geven.
In januari dit jaar werd tijdens een telersbijeenkomst in Krabbendijke nog de hoop uitgesproken dat op relatief korte termijn een start gemaakt zou kunnen worden met het project. De provincie Zeeland had het plan zelfs opgenomen als koploperproject in het Zeeuws Gebiedsprogramma. Voor de uitvoering was een aanvraag ingediend bij het Transitiefonds van het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG). Het Transitiefonds is inmiddels opgeheven, waardoor de verschillende partijen op zoek moeten naar nieuwe financieringsmogelijkheden.
Wim van Gorsel, lid van het dagelijks bestuur van het waterschap, is positief over hoe de verschillende partijen samenwerken om tot een doorstart te komen. In 2022 is door ingenieursbureau Witteveen en Bos een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van de uitbreiding van de zoetwatervoorziening. Alle deelnemende partijen hebben hier positief op gereageerd en willen hiermee verder. Op dit moment wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn voor co-financiering.
De exploitatiekosten zullen voor de rekening van de gebruikers komen. In het huidige project Reigersbergsche Polder betalen de gebruikers sinds aanvang al voor het gebruik van zoet water.
Zoetwatervoorziening vanuit Reigersbergsche Polder
Sinds 1993 wordt de Reigersbergsche polder bij Rilland voorzien van zoet water uit het Bathse Spuikanaal, onderdeel van het Volkerak-Zoommeer. In het kader van het Zeeuws Deltaplan Zoet Water is het idee geopperd het voorzieningsgebied uit te breiden tot aan de Zanddijk tussen Kruiningen en Yerseke. Dat komt neer op een agrarisch oppervlak van 4.500 hectare, vijf maal meer dan de huidige 900 hectare van de Reigersbergsche polder.