Afgelopen vrijdag hebben het Kabinet en sociale partners, waaronder LTO, een akkoord gesloten over een structurele en gerichte vroegpensioenregeling voor werkenden met zwaar werk. Voor werkgevers en werknemers met zwaar werk blijft het mogelijk om ook na 2025 afspraken te maken om vervroegd met pensioen te gaan. De afspraken over de vroegpensioenregeling zijn onderdeel van een breder pakket aan maatregelen gericht op gezond werken tot aan het pensioen.
De huidige tijdelijke vroegpensioenregeling loopt eind 2025 af en wordt op basis van dit akkoord nu verlengd. De NFO is blij dat er afspraken liggen waar cao-partijen mogelijk verder mee aan de slag kunnen. “Aan de cao-onderhandelingstafel kunnen nu in ieder geval afspraken over vroegpensioen en de financiering daarvan worden gemaakt”, zegt Peter Baltus, beleidsspecialist Arbeid en Werkgeverschap bij de NFO. “Of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren, gaan we zien bij de volgende cao-onderhandelingen. De huidige cao Open Teelten – waar de fruitteelt onder valt – loopt nog tot 30 juni 2025. In deze cao is overigens nog niets afgesproken over vroegpensioen.”
Wanneer werkgevers en vakbonden aan de cao-tafel afspraken maken over een vroegpensioenregeling wordt ook bepaald voor wie deze gaat gelden. Dit betekent dat de doelgroep strikt afgebakend en onderbouwd moet worden, zodat de vroegpensioenregeling gericht ingezet wordt. Indien in sectoren een vroegpensioenregeling op de cao-tafel wordt afgesproken, betekent dit dat werkenden drie jaar voor AOW met pensioen gaan en een uitkering ter hoogte van netto AOW van de werkgever ontvangen. Het Kabinet biedt extra fiscale ruimte om de uitkering met maximaal 300 euro per maand te verhogen voor werkenden in knellende situaties.
De afspraak over de vroegpensioenregeling is onderdeel van een bredere duurzame inzetbaarheidsagenda die in mei 2025 wordt gepresenteerd. In deze agenda zullen meerdere maatregelen worden opgenomen gericht op zo lang mogelijk gezond aan het werk blijven.
Lees hier het persbericht van het Ministerie van SZW en het onderhandelaarsakkoord.
Bron: LTO