In het tweeminutendebat over gewasbescherming dat vanochtend plaatsvond in de Tweede Kamer is wederom aandacht besteed aan de vrijstellingen voor Exirel en Tracer. BBB en PVV dienden beiden een motie in om in kers dezelfde vrijstelling voor Exirel te krijgen als vorig jaar. BBB diende daarnaast een motie in om de andere vrijstellingen voor Tracer en Exirel spoedig af te geven, nu er voor deze andere gewassen een positief Ctgb-advies ligt. Aanstaande dinsdag wordt er gestemd over de moties.
Op basis van het debat is duidelijk dat de moties over een verruiming van de vrijstelling voor Exirel in kers het niet zullen halen. Minister Adema en meerdere fracties in de Kamer, waaronder de VVD, gaven aan het advies van de NVWA en met name het Ctgb ( 1 toepassing per drie jaar) te willen volgen. De mister ontraadde alle drie de moties over de vrijstellingen. Dit omdat die van kers indruisen tegen het Ctgb-advies en de adviezen voor de overige gewassen per fruitsoort worden afgewogen.
Naar aanleiding van het debat van vandaag is dus duidelijk dat er voor Exirel in kers geen verruiming van de vrijstelling komt. Of de motie voor de andere gewassen het zal halen, is onduidelijk. Helder is wel is dat daar ook alleen vrijstellingen komen die in ieder geval niet tegen het advies van het Ctgb ingaan. Ook wordt het advies van de NVWA over naleving serieus genomen. Dus als in deze gewassen ook een vrijstelling voor Exirel komt, dan gaat het om toepassing van éénmaal in de drie jaar voor pruim en blauwe bes en éénmaal in de twee jaar voor druif. Voor Tracer in pruim en druif zou het gaan om twee toepassingen per jaar met vergelijkbare voorwaarden als vorig jaar. Voor de duidelijkheid: het ministerie heeft de besluitvorming over de vrijstellingen in pruim, blauwe bes en druif ook nog niet afgerond. De besluitvorming wordt binnen een week verwacht.
De NFO heeft, samen met andere partijen, via de Kamerdebatten en moties alles op alles gezet om werkbare vrijstellingen te krijgen voor de vier gewassen tegen suzuki-fruitvlieg. Duidelijk is dat de Tweede Kamer oog heeft voor de noodzaak, maar daarbij in de breedte in ieder geval niet wil afwijken van het Ctgb-advies. In andere landen is die bereidheid er wel. We zien dat daar besluiten over vrijstellingen worden genomen waarbij sprake is van ruimere toepassingsmogelijkheden dan de toelatingsautoriteit in dat land voorstelt. De Kamer gaat met deze opstelling voorbij aan het belang van een gelijk speelveld ten opzichte van andere landen.