Hoe kunnen telers bestuivende insecten aantrekken op het bedrijf? Dat was de centrale vraag tijdens de Bestuiversdag, die afgelopen dinsdagmiddag plaatsvond bij Proeftuin Randwijk. Zo’n vijftien geïnteresseerden uit de fruit- en boomteelt lieten zich informeren over dit onderwerp.

De dag werd georganiseerd door de NFO, LTO Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen en WUR-Randwijk en vond plaats in het kader van het Kennis op Maat-project kennistransfer plantgezondheid, gefinancierd vanuit de topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Agri & Food. De bijeenkomst focuste op de bijdrage die kwekers op hun eigen bedrijf kunnen leveren voor het aantrekken van bestuivende insecten.

Arjen de Groot, projectleider Kennisimpuls Bestuivers, Wageningen, gaf een presentatie rond het thema ‘Bijen in de boomgaard’ en vertelde hoe de biodiversiteit kan worden vergroot en op die manier de bestuiving kan worden verbeterd. Meer informatie hierover vindt u hier.

De Groot gaf ook een inkijkje in de verschillende soorten insecten, die een bijdrage leveren aan de bestuiving. Hieronder zijn zo’n 350 bijensoorten, maar ook zweefvliegen leveren een belangrijke bijdrage.

Daarnaast werden de aanwezigen, onder leiding van Peter Karssemeijer (entomoloog Wageningen), rondgeleid over de proeftuin. Op Randwijk wordt de biodiversiteit vergroot door inzet van gemengde hagen en bloemenstroken. Hierdoor is het hele jaar voedsel aanwezig voor insecten, daarnaast wordt ook schuilgelegenheid gecreëerd. Verder wordt de biodiversiteit gestimuleerd door te maaien en snoeien in fasen.

Tamar de Jager (Agrarisch Meetnet Insecten, LTO), gaf een inkijkje in de monitoring van insecten op de agrarische bedrijven. In 2019 ging het project Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied (BIMAG) van start, waarbij agrariërs nacht- en dagvlinders tellen op hun bedrijf.

De vlinderemmer is een mooi en succesvol initiatief om de populatie vlinders in beeld te brengen en data te verzamelen. Inmiddels zijn 11 fruittelers aangesloten bij het project, maar extra deelnemers zijn meer dan welkom.

Foto’s: Ron Mulders en Jeannet Mulder