De Eerste Kamer heeft afgelopen week het wetsvoorstel Goed verhuurderschap aangenomen. Daarmee wordt een belangrijke stap gezet in het uitvoeren van de aanbevelingen van ‘Roemer’. Met de wet wordt een landelijke norm voor goed verhuurderschap geïntroduceerd. Die zal ook gelden voor werkgevers die huisvesting voor internationale werknemers verzorgen.
De landelijke normen zijn bedoeld om:
- discriminatie en intimidatie tegen te gaan;
- een te hoge waarborgsom en onredelijke servicekosten te voorkomen;
- het opstellen van een huurovereenkomst op schrift te verplichten;
- en de plicht te introduceren om de huurder te informeren over bepaalde zaken. Dan gaat het bijvoorbeeld over de rechten en plichten van de huurder aangaande het gehuurde. Dit vraagt van verhuurders om een aantal procedures op schrift te stellen.
Vergunning voor verhuur aan internationale werknemers
Gemeenten krijgen daarnaast de mogelijkheid om een vergunningensysteem in te voeren voor reguliere verhuur en/of de verhuur aan arbeidsmigranten. Wanneer het gaat om arbeidsmigranten, kan een gemeente eisen stellen aan het maximaal aantal personen per kamer, de hygiënische omstandigheden en voorzieningen voor bijvoorbeeld het bereiden van eten. Dit houdt concreet in dat een gemeente als voorwaarde kan stellen dat er maximaal één persoon per kamer verblijft. Een keurmerk als AKF kan dienen als richtinggevend bij het bepalen van de voorzieningen en hygiëne. De NFO vindt AKF belangrijk en verzorgt de projectleiding. Bovendien heeft de NFO een zetel in het college van Belanghebbenden.
Ingangsdatum Wet goed verhuurderschap
De landelijke normen gaan voor iedereen gelden op het moment dat de wet ingaat. Dat is nu voorzien voor 1 juli 2023. Vanaf dat moment kunnen gemeenten ook besluiten of zij een vergunningenstelsel willen invoeren. Voor bestaande huisvesting zal een overgangstermijn gelden van drie jaar.
Alle informatie vindt u op een speciale themapagina van de Werkgeverslijn Land- en Tuinbouw. LTO Nederland bekijkt of er modelprocedures ter beschikking kunnen worden gesteld. Hierover is LTO Nederland nog in gesprek met de overheid.
Bron: Werkgeverslijn/Steve Fok, LTO Nederland