Veel fruittelers hebben de teelt en de verkoop van hun producten ondergebracht in aparte juridische entiteiten. Desondanks hoefden GLOBALG.A.P-bedrijven tot voor kort alleen een GLOBALG.A.P-certificaat te hebben voor het teeltgedeelte, geeft Marcel Swaans van SGS aan. “Dat was voldoende om als GLOBALG.A.P-bedrijf te kunnen opereren. GLOBALG.A.P heeft er echter altijd al naar gestreefd om de hele keten te certificeren, van teelt tot verkoop. Maar in de praktijk was er voorheen weinig aandacht voor de certificering van handelspartijen in de keten. Sinds 1 januari 2023 is ook certificering van deze partijen echter verplicht gesteld. Handelsbedrijven moeten een aparte GLOBALG.A.P-certificering hebben, het zogeheten Chain of Custody-certificaat.”
Dit geldt dus ook voor fruittelers die de teelt en verkoop hebben ondergebracht in aparte juridische entiteiten. Deze bedrijven moeten nu daarom, naast de audit voor het teeltbedrijf, ook een speciale audit laten uitvoeren voor de handelstak, geeft Swaans aan. “Tijdens deze audit kijken we onder meer naar labeling, traceerbaarheid, et cetera. Bedrijven die al BRC of IFS hebben, zullen deze zaken meestal wel geregeld hebben. Voor handelsbedrijven die nog geen certificering hebben, zal het wat meer werk zijn. De audit kost ondernemers sowieso extra tijd én geld. Het verkrijgen van een Chain of Custody-certificaat kost al gauw zo’n achthonderd euro extra. Dit zijn de kosten voor de certificerende instantie plus de afdrachten aan GLOBALG.A.P.”
Volgens Swaans beschikken de meeste fruitbedrijven met een aparte handelstak nog niet over het benodigde certificaat. “Maar het is wel zaak om ervoor te zorgen dat je dit verkrijgt. De kans is namelijk reëel dat retailers en andere afnemers op termijn geen product meer afnemen van telers wiens handelstak niet GLOBALG.A.P-gecertificeerd is.”