Er komen steeds meer laag-risico middelen op de markt, maar de gereedschapskist voor de teler wordt leger. De verwachting is dat in 2025 30% van de toegelaten actieve stoffen een laag-risico stof is. Tegelijkertijd neemt het aantal toegelaten stoffen naar verwachting af van 455 stoffen nu naar 316 stoffen in 2025. In een artikel in het CropLife NL Bulletin uiten Jolanda Wijsmuller (Bayer Cropscience) en Frans Heuts (projectleider van het project Laag Risico Impuls) hun zorgen over deze ontwikkeling.
“Dat er steeds meer laag-risico middelen op de markt komen, is een mooie ontwikkeling. Dat is ook wat samenleving en politiek wensen”, constateert Jolanda. “Maar het aantal geregistreerde werkzame stoffen neemt in een vrij hoog tempo af. Dat komt vooral door de steeds strengere toelatingseisen in Europa. Daar komt bij dat sommige chemische stoffen bij een herbeoordeling zware beperkingen krijgen opgelegd. Bijvoorbeeld: alleen nog een toepassing onder glas, maximale dosering omlaag of het aantal toepassingen verder omlaag. Daarmee komt de gereedschapskist voor gewasbescherming van telers serieus onder druk, omdat goede alternatieve methoden nog onvoldoende beschikbaar zijn.”
Laag-risico middelen hebben smallere werking
Frans maakt nog een kanttekening: “Soms werken geregistreerde laag-risico stoffen heel specifiek, bijvoorbeeld een feromoon tegen fruitmot in de appel- en perenteelt. Dit middel laat andere schadelijke insecten ongemoeid. Laag-risico middelen hebben dan een smallere werking dan de overige ’traditionele’ middelen. Dit versmalt de gereedschapskist van de teler nog eens extra.”
Ook speelt volgens Frans dit nog: “Veel toegelaten laag-risico middelen overlappen elkaar sterk in hun werking. Zo zijn er relatief veel producten op de markt die Bacillus-soorten en -stammen bevatten en die tegen dezelfde groepen insecten of schimmels werken. Dat maakt de afzetmarkt voor elk van deze middelen afzonderlijk kleiner. En dat heeft weer het risico dat een toelatingshouder afziet van herregistratie, omdat de afzet niet opweegt tegen de kosten van herregistratie. Dus er bestaat een serieuze kans dat er om die reden een deel van de laag-risico middelen weer verdwijnt.”
Laag-risico middelen veelal minder effectief
In haar werk voor Bayer CropScience houdt Jolanda zich bezig met laag-risico middelen en biologische middelen. “Het is een mooie ontwikkeling, die serieus kan bijdragen aan de verduurzaming van land- en tuinbouw. Wel is het goed om te beseffen dat deze middelen veelal minder effectief zijn dan traditionele, chemische middelen. Die zitten doorgaans op 90 tot 95 procent werkzaamheid, tegen 70 tot 75 procent van de meeste laag-risico middelen.”
Bovendien luistert de toepassing van laag-risico middelen nauwer. “Bijvoorbeeld, een traditioneel chemisch middel dringt de plant binnen en bestrijdt ieder insect dat schade geeft door aan de plant te vreten of te zuigen. Met een laag-risico middel moet je het schadelijke insect echt raken bij het spuiten van het middel. Bovendien breken laag-risico middelen vaak sneller af. Daardoor luisteren moment en wijze van toepassing veel nauwer, en is de werkingsduur korter.”
Jolanda vervolgt: “Zo zijn er diverse laag-risico fungiciden op de markt. Ze werken over het algemeen redelijk, maar de werkingsduur is meestal maximaal een week. Dat betekent dat een boer of tuinder vaker het land of de kas in moet om een bespuiting uit te voeren. Dit betekent overigens ook dat omwonenden, omwille van het milieu, juist vaker spuitmachines op de percelen zullen zien. En ook dat het gebruiksvolume eerder zal toenemen dan afnemen.”
Lees het volledige artikel in het CropLife NL Bulletin. CropLife NL behartigt belangen van bedrijven die chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen ontwikkelen voor de Nederlandse markt.