Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) onderzoekt of het mogelijk is enthout van appelbomen te bewaren door dit met stikstof in te vriezen. Op deze manier zou veel genetisch materiaal op een kleine oppervlakte kunnen worden bewaard en hebben weersomstandigheden en ziekten geen invloed op de collectie.
Het CGN heeft een appelcollectie van zo’n 200 rassen in beheer. Deze bomen staan op Proeftuin Randwijk en op de campus van de WUR. De collectie bestaat met name uit erfgoedrassen; van wilde appels uit Kazachstan tot moderne appelrassen. Het materiaal wordt gebruikt voor aanplant in nieuwe boomgaarden van erfgoedverenigingen en voor onderzoek en veredeling.
Een deel van de collectie staat dubbel op zowel de proeftuin als de WUR-campus, voor het geval bomen door (weers)omstandigheden verloren zouden gaan. Door enthout in te vriezen kan het risico op het verlies van appelrassen, en daardoor genetisch materiaal, mogelijk verkleind worden. Voor dit onderzoek worden takjes enthout met knoppen met stikstof ingevroren tot -165°C.
Een ander onderzoek waarmee het CGN vorig jaar is gestart zijn de SNP-analyses (spreek uit als: ‘snip’), waarbij stukjes DNA uit jonge appelblaadjes vergeleken worden met het DNA van bekende appelrassen. Dankzij deze analyses en de kennis van pomologen van het Nederlands Fruit Netwerk zijn de rassen nauwkeuriger determineren.
De appelbomen in Randwijk worden beheerd volgens moderne inzichten. Hier controleert de Naktuinbouw jaarlijks de gezondheid van de boomgaard en worden zieke bomen vervangen. Op deze manier kan het erfgoed ook weer uitgegeven kan worden. De bomen op de WUR-campus worden extensief beheerd zonder inzet van gewasbeschermingsmiddelen.