Op Proeftuin Randwijk vindt het driftreductieonderzoek van spuitmachines plaats dat nodig is voor erkenning in een bepaalde DRT-klasse. Veel fruittelers en fabrikanten popelen om meer spuitmachines in hoge DRT-klassen erkend te krijgen, maar het onderzoek omvat meer dan de meeste mensen beseffen. Met elke spuit moeten minimaal acht emissiemetingen worden uitgevoerd onder in een protocol vastgelegde omstandigheden. Het onderzoek kan dus alleen onder bepaalde weersomstandigheden en bij een bepaalde windrichting en -snelheid uitgevoerd worden. Marcel Wenneker (WUR): “Soms kan je weken geen metingen uitvoeren. Bovendien voeren we altijd tien metingen uit, zodat er minimaal acht aan de protocol-eisen voldoen. Ook het groot aantal fabrikanten dat proeven wil laten uitvoeren, maakt dat niet elke spuitmachine op elk geschikt moment aan de beurt komt. Het afgelopen jaar, met veel ongunstige weersomstandigheden, konden we voor de meeste machines maar vier metingen uitvoeren.” Die fabrikanten moeten nu dus nog vier tot zes proefbespuitingen laten uitvoeren – met goed resultaat – om in aanmerking te komen voor een 99% DRT-erkenning. Maar er zijn ook fabrikanten die al verder in het proces zitten.
In het driftreductieonderzoek wordt de bladbedekking niet beoordeeld. “Dat vindt plaats in het door de NFO opgezette project Innovatieve emissieloze toedieningstechnieken 4.0. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat de driftreductie, met de technieken die gehanteerd worden, een risico vormt voor de effectiviteit van de bespuitingen”, aldus Wenneker, “Ik vind het overigens reuze knap dat we met deze technieken al zo ver zijn gekomen. Wel denk ik dat we na moeten denken of er meer mogelijkheden zijn om tot 99% driftreductie te komen. Bijvoorbeeld met een bredere teeltvrije zone dan 3 meter.”
Ook vanuit de NFO worden meerdere opties bekeken. Jaco van Bruchem (NFO): “De NFO werkt er aan ook de windhaag, net zoals het suzuki-fruitvlieggaas, erkend te krijgen als driftreducerende maatregel. Spuitmachines gecombineerd met suzuki-fruitvlieggaas vallen in een hogere klasse. Andere manieren om het perceel af te schermen moeten een vergelijkbare erkenning krijgen.”