De NFO kan zich niet vinden in de uitkomsten van de stemming over de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) die vanmiddag in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden. Keer op keer heeft de NFO samen met zijn partners minister Koolmees, de medewerkers van het ministerie van SZW en de Tweede Kamer fracties erop gewezen dat het duurder maken van flex-arbeid om zo de kloof tussen vaste arbeid en losse arbeid kleiner te maken tot geen enkele vaste baan extra leidt in de fruitsector. Seizoenwerk – lees in het bijzonder oogstwerk in de fruitsector – is altijd tijdelijk en zal nooit leiden tot een jaarrond baan. Het beste voorbeeld is de oogst van Conference. Deze duurt drie weken. Er is geen enkele fruitplukker die in de ww terecht komt en toch wil de regering dat voor seizoenwerk de hoge ww-premie wordt betaald. De door de regering geboden oplossing om via een jaaruren contract toch te vallen onder de lage ww-premie is geen oplossing. Wat de leden van de NFO het hardste raakt is dat de concurrentiepositie ten opzichte van het ons buitenland verslechtert. In de ons omringende landen Duitsland en België zijn regelingen die nu al leiden tot 40% lagere totale loonkosten per uur, terwijl de seizoenwerker dezelfde netto beloning ontvangt. Waarom begrijpt de regering niet dat dure seizoenarbeid leidt tot verhoging van de kostprijs voor een product dat op de vrije markt (Europees en in de rest van de wereld) moet worden afgezet? Het enige wat mogelijk wel perspectief gaat bieden is de motie die het kabinet oproept om samen met de sociale partners alsnog tot een maatwerkoplossing voor seizoenwerk te komen. De NFO wil deze handschoen zeker oppakken. Het aangenomen amendement om jongeren onder de 21 jaar onder de lage ww-premie te laten vallen, betreft minder dan 3% van de seizoenwerkzaamheden en zet om die reden geen zoden aan de dijk.